Voorinschrijving
Landschap in de maak

Water, mens en landschap in verleden, heden en toekomst

In geen enkel land is het landschap zo gekneed door mensenhanden als in Nederland. Dat ging niet in één keer, maar was een proces van eeuwen. Het landschap is daardoor cultureel erfgoed, maar geen museumstuk. Het beweegt mee met de menselijke geschiedenis. Dit boek van Mieke van Dijk en Mirjam van de Velde schetst de hoofdlijnen van het ontstaan van de Nederlandse landschappen, de verandering in de loop van de tijd én de huidige ontwikkelingen. Een compleet overzicht in één uitgave!

Schrijf u hieronder in voor dit prachtige boek met voorinschrijvingsprijs van 52 euro.

Het boek beslaat ruim 800 pagina’s (formaat A4) met prachtige beelden. Hieronder vindt u een voorinzage en een uitgebreide beschrijving. De verwachte publicatiedatum is najaar 2024.

Landschap in de maak

Water, mens en landschap in verleden, heden en toekomst

In geen enkel land is het landschap zo gekneed door mensenhanden als in Nederland. Dat ging niet in één keer, maar was een proces van eeuwen. Het landschap is daardoor cultureel erfgoed, maar geen museumstuk. Het beweegt mee met de menselijke geschiedenis. Steeds opnieuw zetten mensen landschappen naar hun hand, waardoor landschappen gelaagd zijn en sporen in zich dragen van verschillende tijdvakken. Nieuwe ingrepen voegen een nieuwe laag toe aan een bestaand landschap. We zijn gehecht aan ons landschap, dat onderdeel is van onze identiteit. 

Het boek schetst de hoofdlijnen van het ontstaan van de Nederlandse landschappen, de verandering in de loop van de tijd én de huidige ontwikkelingen.

Het eerste deel van ‘Landschap in de maak’ vertelt het verhaal tot 1850. Water, wind, ijs en plantengroei legden het fundament voor een grotendeels moerassig land. De eerste lagelanders begonnen al met ontwateren. Vanaf 800 werd op steeds grotere schaal land omdijkt, ontwaterd en in cultuur gebracht, of afgegraven voor turf. Daardoor daalde de bodem, waarna men de dijken verhoogde en molens ging inzetten om het water weg te malen. Toch zorgden de zee en rivieren tot in de 20e eeuw voor forse overstromingen. De drooglegging van gevaarlijke meren verhoogde de waterveiligheid, en gegraven kanalen bevorderden de handel.

Het tweede deel van ‘Landschap in de maak’ begint rond 1850. De industriële revolutie zorgde voor nieuwe technieken om het water te beheersen. Bemaling met stoom en later met diesel en elektriciteit maakten de drooglegging van grote, gevaarlijke plassen mogelijk. Ook zorgde de nieuwe bemaling voor een veel betere drooglegging van het nog altijd dalende polderland.

In het hogere deel van Nederland werd de meeste grond tot in de 19e eeuw nog extensief gebruikt door gebrek aan mest. Maar de industriële revolutie zorgde voor nieuwe meststoffen, waardoor arme zandgronden in hoog tempo ontgonnen werden.

Tegelijk werden bestaande landschappen aangepast om te voldoen aan de groeiende vraag naar voedsel, brandstof, transport en recreatie. Na de Tweede Wereldoorlog deed de trekker zijn intrede. Dat vroeg om grootschalige herinrichting van tot dan toe natte en kleinschalige landschappen. Natuurbeschermers en landschapsarchitecten spanden zich in om de belangrijkste natuur te beschermen en karakteristieke landschapsstructuren te behouden. Daardoor behielden veel landschappen een eigen karakter.

Om Nederland waterveilig te houden en land te winnen werd de kustlijn in de 20e eeuw honderden kilometers verkort door grootse projecten als de Zuiderzeewerken en de Deltawerken.

Nu zoeken we oplossingen voor klimaatproblemen als piekbuien, verdroging, CO2-uitstoot, zeespiegelstijging en verlies aan biodiversiteit. Technische ingrepen gaan daarbij hand in hand met het gericht inzetten van natuurlijke processen als stromend water (ruimte voor rivieren en beken) en stuivend zand (hogere en sterkere zeeduinen). Opnieuw verandert het landschap. Daarbij kan het boek een bron van informatie en inspiratie zijn.

Mieke van Dijk en Mirjam van de Velde kozen voor een verhalende benadering, met aandacht voor de natuurlijke processen en de maatschappelijke en technische ontwikkelingen: “Zoveel mogelijk laten we kaartjes en beeldmateriaal het verhaal vertellen. Met landschapsbeelden, reconstructies, oude schilderijen en foto’s wekken we de landschappen tot leven. Dat doen we voor iedereen die de Nederlandse landschappen beter wil leren kennen. Al met een beetje inzicht in hun geschiedenis worden landschappen meer dan een decor. Want, zoals voetballer Johan Cruijff zei: ‘Je ziet het pas als je het doorhebt’.”