Het kabinet heeft definitief 11 gebieden aangewezen die geschikt zijn voor grote windmolenparken op land (meer dan 100 megawatt). De gebieden waren eerder door de provincies voorgedragen.
De gebieden zijn door de ministers Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) en Kamp (Economische Zaken) als onderdeel van de Structuurvisie Windenergie op Land naar de Tweede Kamer gestuurd. Visie van die Structuurvisie: de doelstelling moet worden gehaald (14% duurzame energie in 2020) maar met behoud van de afwisseling van landschappen die Nederland zo kenmerkt. De aangewezen locaties zijn Eemshaven, Delfzijl, N33, Drentse Veenkoloniën, Wieringermeer, IJsselmeer Noord, Flevoland, Noordoostpolderdijk, Rotterdamse Haven, Goeree-Overflakkee en Krammersluizen.
Provincies wijzen daarnaast zelf een aantal locaties aan voor kleinere windparken, kleiner dan 100 megawatt.